Omdat wij weten hoe onbegrijpelijk sommige begrippen in het tegenwoordig taalgebruik klinken, is hier een kort overzicht met een klein beetje uitleg :

Begrip

Omschrijving

Plank

 

Een Plank is de agenda van een loge. Als er gesproken wordt over “het staat op de Plank” betekent dat dit op de agenda staat. In Nederland wordt dit vaak Arbeidstafel genoemd.
Schets

 

Notulen van een vorige vergadering. Deze worden, net zoals bij de meeste vergaderingen, bijgehouden en goedgekeurd in de volgende gelijksoortige bijeenkomst.
Open Loge Feestelijke zitting waarbij alle broeders worden uitgenodigd.
Symbool

 

Een symbool is een teken dat een waarde of begrip oproept, of cryptisch omschrijft.
Middenkamer

 

Vergadering van Meester vrijmetselaren. Hier worden de besluiten genomen zoals bij een Algemene Ledenvergadering van een andere vereniging.
Broeder

 

Een lid van een vrijmetselaarsloge. Leden gebruiken ‘Broeder’ als aanspreektitel tijdens de officiële activiteiten. Maar aan tafel, aan de bar wordt gewoon de voornaam gebruikt. Als deze niet bekend is bij elkaar, dan wordt weer ‘Broeder’ gebruikt.
Profaan

 

Iemand die niet is ingewijd. Alle niet-leden zijn niet ingewijd, dus profaan.
Maçon

 

 

Maçon of Mason. Het is een verbastering uit het Engels van ‘Freemason’ of het Franse ‘Franc-Maçon’. Beide betekent ook Vrijmetselaar. Een maçon is dus een vrijmetselaar.

In de verbasteringen Maçonniek wordt dit gebruikt om aan te geven dat iets gerelateerd is aan de vrijmetselarij.

Werkplaats

 

Een plaatselijke groep van vrijmetselaars. Vaak wordt ook de term Loge hiervoor gebruikt. Maar het woord ‘Loge’ kan ook gebruikt worden voor het grotere geheel van werkplaatsen, bijvoorbeeld : de Grootloge.
Rituaal / ritueel

 

Een Ritueel is een serie vaststaande handelingen en/of dialogen. De schriftelijk neerslag hiervan wordt rituaal genoemd.
In de vrijmetselarij wordt dit gebruikt voor (vrijwel) alle bijeenkomsten, maar rituelen en ritualen zijn niet uniek voor de vrijmetselarij :Het bruidspaar loopt aan het eind van de viering naar buiten, en krijgt rijst over zich heen gegooid.
of
Kinderen die de schoen zetten bij de kachel begin december, een liedje zingen en de volgende dag speelgoed en/of snoepgoed vinden.
Bouwstuk

 

Binnen de vrijmetselarij worden lezingen en voordrachten gegeven. Dit is het werk van een van de leden. Naar analogie van de bouwsymboliek van de vrijmetselarij, heet dit een bouwstuk.